Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Os, OS
  • os
  • In de betekenis van ‘gecastreerde stier’ voor het eerst aangetroffen in 701 [1]
  • Oudnederlands: osso
enkelvoud meervoud
naamwoord os ossen
verkleinwoord osje osjes
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  os     l'os     os     les os  
  enkelvoud meervoud
onderwerp voorwerp onderwerp voorwerp
1e persoon (ik)
k
miewieos
2e persoon
(informeel)
doediejoejoe
2e persoon
(formeel)
joejoejoejoe
3e persoon
(mannelijk)
haihomzai
zie
heur
3e persoon
(vrouwelijk)
zai
zie
heur
3e persoon
(onzijdig)
tt

os

  1. ons

os o

  1. bot, been
  2. (meervoud) gebeente
  3. mond
  • aste

[A]: os

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van ase
  • os

os m

  1. het meervoud van o.