ossenrib
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- os·sen·rib
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ossenrib | ossenribben |
verkleinwoord | ossenribje | ossenribjes |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) ribstuk van een os
Gangbaarheid
- Het woord 'ossenrib' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ossenrib" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be