bœuf
bœuf m
- (evenhoevigen) rund
- (landbouw) os
- rundvlees
- (metonymisch) domme man zonder finesse of elegantie
- (metonymisch) zwaarlijvige man
- (metonymisch) (informeel) (Canada) politieagent, smeris
- (muziek) jamsessie, een spontane muziekuitvoering
- (informeel) groot, langzaam rijdend voertuig (bijv. een vrachtwagen)
bœuf
- (spreektaal) waanzinnig
- «Cette pièce a eu un succès bœuf.»
- Dat stuk heeft een daverend succes gehad. [1]
- «Cette pièce a eu un succès bœuf.»