ossenkar
  • os·sen·kar
enkelvoud meervoud
naamwoord ossenkar ossenkarren
verkleinwoord

de ossenkarv / m

  1. een kar getrokken door gecastreerde stieren
    • Met ossenkarren trokken de voortrekkers vanuit Kaapstad de wildernis in. Op zoek naar meer vrijheid, eigen grond en een betere toekomst. Wie over Route 62 het spoor van de pioniers volgt beleeft Zuid-Afrika vele malen intenser dan de bekendere Garden Route. [2] 
    • Met drie vuurstenen van het Heilige Graf werd toen met Pasen licht gemaakt in Florence. Later kwam de ossenkar, met veel vuurwerk er omheen. De kar wordt altijd eerst door witte ossen tot aan het domplein voortgesleept, in het bijzijn van veel mannen in Middeleeuws kostuum. [3] 
    • Nederlanders zullen zich snel thuis voelen op het meest betaalbare fietseiland van de Seychellen. Bijna iedereen verplaatst zich per rijwiel, enkele toeristen laten zich rondrijden in een traditionele ossenkar. [4] 
94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Hans Avontuur 11-01-17 Adembenemend Route 62 in Zuid-Afrika
  3. De Telegraaf MAARTEN VAN AALDEREN 01 apr. 2013 Onheil dreigt voor Florence
  4. De Telegraaf 11 mei 2015 Seychellen: paradijs op aarde
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be