ruin
- ruin
- In de betekenis van ‘gecastreerde hengst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1460 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruin | ruinen |
verkleinwoord | ruintje | ruintjes |
de ruin m
- (paardrijden) gecastreerde hengst
1. gecastreerde hengst
- Het woord ruin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ruin" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ruin" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ruin | ruins |
ruin
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to ruin |
he/she/it | ruins |
verleden tijd | ruined |
voltooid deelwoord |
ruined |
onvoltooid deelwoord |
ruining |
gebiedende wijs | ruin |
ruin