trekos
- trek·os
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekos | trekossen |
verkleinwoord |
de trekos m
- (veeteelt) os die men gebruikt als trekdier
1. os die men gebruikt als trekdier
- Het woord trekos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trekos" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ trekos op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be