• wijn·zak
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnzak wijnzakken
verkleinwoord

de wijnzakm

  1. een leren zak waar wijn in bewaard wordt en die vaak voorzien is van een kraantje
    • Je hoort een roman als De afvallige te prijzen om de accurate weergave van de historische werkelijkheid, de conservering en herleving van een geleidelijk verdwijnend verleden. Om wat je dankzij het boek kunt leren over de laat-Romeinse tijd, van de theologische disputen en cruciale veldtochten tot de juiste wijze om van de huid van een dode bok een kolossale wijnzak te maken. En om de wijze waarop tal van thema’s van onze tijd aan de orde komen: migratie, ontucht in kerkelijke kring, de bloedige gevolgen van de bemoeienis van strenggelovigen (christenen in dit geval) met politiek. De afvallige is een leerzaam boek. [2] 
    • Zoals het een schildersfilm betaamt, oogt de wereld als zijn schilderijen: veel clair-obscur; runderen, wijnzakken en accordeons; plechtige mannen rond eettafels. Pirosmani, pas na zijn dood bekend, is heilige idioot, volkskunstenaar en gedoemd romanticus ineen, Tbilisi met zijn kasseien en schemerkelders oogt extra doorleefd op het vale Sovjetcelluloid. [3] 
    • De gedichten zijn allemaal uit de 6de tot en met de 14de eeuw. Ze gaan vaak over hoofse liefde, in een decor van woestijn, tenten, reisgezelschappen, sterrehemels, kamelen, granaatappels en lederen wijnzakken. [4] 
92 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]