Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: AAP
[1] Een aap (chimpansee).
  • aap
enkelvoud meervoud
naamwoord aap apen
verkleinwoord aapje aapjes

de aapm

  1. (primaten) benaming voor soorten uit de orde primaten (Primates  ) waartoe ook de mens behoort
    • Omdat een aap zoveel op een mens lijkt vinden we het leuk om aapjes te kijken in de dierentuin en misschien vinden de apen het ook leuk om mensje te kijken. 
  2. (schertsend), (persoon) deugniet, ondeugend persoon
    • De apen moeten weer van school gehaald worden en dus is het weer gedaan met de rust in huis. 
     En waar zijn die twee apen gebleven? Goh, wat heb ik vanmiddag een lol om ze gehad.[4]
  3. (scheepvaart) min of meer vierkant zeil dat op oude zeilschepen gebruikt werd om meer zeil bij te zetten
 aapnootMiesWimzusJetTeunvuurGijslamkeesbokweidedoeshokduifschapen
grote leesplank, met klikbare woorden
  • [1] in de aap gelogeerd zijn
    onverwacht in moeilijkheden geraakt zijn[5]
  • [1] voor aap staan
    voor gek staan, zichzelf belachelijk maken
  • [1] voor aap zetten
    voor schut zetten
  • [1] voor de aap houden
    beetnemen
  • [1] zich een aap lachen
    heel erg moeten lachen
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]


enkelvoud meervoud
naamwoord aap apen
verkleinwoord

aap

  1. (primaten) aap
  2. (persoon) aap; metaforisch voor een zich primitief gedragende mens


aap m

  1. (Hooglimburgs), (primaten) aap


enkelvoud meervoud
naamwoord aap apen
verkleinwoord

aap

  1. (primaten) aap
  2. (persoon) aap; metaforisch voor een zich primitief gedragende mens


aap

  1. (primaten) aap
  2. (persoon) aap; metaforisch voor een zich primitief gedragende mens