• (IPA in voorbereiding)
  • man·tel·aap·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord mantelaapje mantelaapjes

het mantelaapjeo dim. tant.

  1. (primaten) Saguinus bicolor   primaat uit de familie van de klauwaapjes (Callitrichidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Spix in 1823