Nederlands

 
Het apenhuis in Artis  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • apen·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apenhuis apenhuizen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het apenhuiso

  1. verblijf voor primaten in een dierentuin
    • En in het kielzog van die gedachte schoten me onmiddellijk andere onvervulde dromen te binnen. Sommige waren nogal banaal en letterlijk dicht bij huis, zoals een hernieuwd bezoek aan Artis of het Dolfinarium in Harderwijk, waar ik nooit kom omdat ik al lang niet meer beschik over een klein kind als alibi om je te vergapen aan de getrainde dolfijnen of een pasgeboren chimpanseetje in het apenhuis. [1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen