apenhuizen
Niet te verwarren met: Apenhuizen |
- Geluid: apenhuizen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈapə(n)ˌhœyzə(n) / (4 lettergrepen)
- apen·hui·zen
- apenhuis met uitgang -en
de apenhuizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord apenhuis
- Gabes kamer stonk naar zweet en oud wasgoed. Ik was in apenhuizen van dierentuinen geweest waar het frisser rook. [1]
- Het woord 'apenhuizen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Finder< J.Fraude e-book (2011) Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam; ISBN 9789024533718; hfst. 16; geraadpleegd 2018-10-07