halfaap
  • half·aap
enkelvoud meervoud
naamwoord halfaap halfapen
verkleinwoord halfaapje halfaapjes

de halfaapm

  1. (primaten) Strepsirrhini   een primitieve groep primaten, ze worden zo genoemd omdat ze erg op apen lijken, maar het niet zijn
    • De douane op de internationale luchthaven van New Delhi heeft een man aangehouden die een aap in zijn ondergoed had verstopt. De 17 centimeter grote loris, een halfaap die in India en Zuidoost-Azië voorkomt, werd ontdekt bij de veiligheidscontrole, meldde het persbureau Press Trust of India maandag. [2] 
    • In dierenpark Apenheul in Apeldoorn is een sifaka geboren, een halfaap uit Madagascar. In heel Europa leven nog geen 20 van deze zwaar beschermde halfapen in dierentuinen en er wordt lang niet elk jaar een jong geboren. Apenheul is daarom heel blij met de geboorte, aldus een woordvoerster. [3] 
84 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]