Nederlands

 
[1] woudaap
Uitspraak
Woordafbreking
  • woud·aap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woudaap woudapen
verkleinwoord woudaapje woudaapjes

Zelfstandig naamwoord

de woudaapm

  1. (roeipotigen) Ixobrychus minutus   kleinste reigersoort die in Nederland voorkomt
    • Elf vogelsoorten dreigen te verdwijnen uit Nederland, waaronder de woudaap, de kwak en de velduil (zie foto’s onderaan). Dat blijkt uit het boek Bedreigde vogels in Nederland van de Vogelbescherming. [2] 
    • De 33 nieuwe soorten zijn vooral exoten en soorten die veel minder talrijk zijn, de roodhalsfuut bijvoorbeeld waarvan minder dan tien broedparen zijn geteld, of de brandgans, ook sporadisch voorkomend. ,,Daar moeten we ons niet op blindstaren. Dat valt bijna in het niet bij de enorme achteruitgang van veldleeuwerik en patrijs. Op de rand van verdwijnen staan verder woudaap, korhoen en duinpieper. Wat valt er nog te redden? Hustings: ,,Patrijs en grutto zijn nog te beschermen. Voor de ortolaan is het te laat. [3] 
  2. aap die in het woud leeft
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen