slingeraap met lange staart
  • slin·ger·aap
enkelvoud meervoud
naamwoord slingeraap slingerapen
verkleinwoord slingeraapje slingeraapjes

de slingeraapm

  1. (primaten) Ateles   een aap die zich aan zijn armen en met name ook staart slingerend door een boom of bos beweegt
    • In Artis is dinsdag een zwart slingeraapje geboren. Het jong heeft al bij zijn moeder gedronken en maakt het goed. "Het wijfje zit de hele tijd voor het raam."[3] 
    • Het meest urgent vindt hij zelf het verblijf van de slingerapen, dat door de nauwe tralies nog echt een restant is van óud-Artis'.[4] 
  2. (figuurlijk) lang, mager persoon
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]