wolaap
- wol·aap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wolaap | wolapen |
verkleinwoord | wolaapje | wolaapjes |
de wolaap m
- (primaten) Lagothrix soort uit een geslacht van de grote boombewonende familie grijpstaartapen (Atelidae). De wolapen komen enkel voor in de regenwouden van het Amazonebekken. Het geslacht Lagothrix heeft vier soorten. De geelstaartwolaap (Oreonax flavicauda) behoort tot een ander geslacht: Oreonax
- De wolaap nap een hap uit de lekkere vrucht.
- Het woord wolaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wolaap" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be