grijpstaartaap
- (IPA in voorbereiding)
- grijp·staart·aap
- samenstelling van grijpstaart zn en aap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijpstaartaap | grijpstaartapen |
verkleinwoord | grijpstaartaapje | grijpstaartaapjes |
de grijpstaartaap m
- (primaten) zoogdier uit de familie Atelidae van de orde primaten (Primates). Deze Latijns-Amerikaanse familie behoort tot de grootste apen van de Nieuwe Wereld, namelijk de brulapen, slingerapen, spinapen en wolapen. Het zijn de enige apensoorten met een volledige grijpstaart, die als vijfde ledemaat dient. Voorheen werd deze familie ingedeeld bij de Cebidae
- amazonebrulaap, Boliviaanse rode brulaap, bosduivel, bruine brulaap, bruine slingeraap, bruine wolaap, bruinkopslingeraap, brulapen, Colombiaanse wolaap, geelstaartwolaap, gewone wolaap, grijze wolaap, guyanabrulaap, mantelbrulaap, Mexicaanse brulaap, noordelijke spinaap, rode brulaap, roodhandbrulaap, slingerapen, slingerapen en wolapen, spinapen, witbrauwslingeraap, witbuikslingeraap, wolapen, zuidelijke spinaap, zwarte brulaap, zwartgezichtslingeraap, zwarthandslingeraap
- Het woord grijpstaartaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.