god
![]() |
- Geluid: god (hulp, bestand)
- IPA: / ɣɔt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /χɔt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣɔt/
- (Limburg): /ɣɔd/
- god
- erfwoord, in de betekenis van ‘bovenmenselijk wezen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 776 [1]
- afkomstig van [2]:
- Middelnederlands: god
- Oudnederlands: got ‘(de christelijke) God’ (eind 8e eeuw)
- Germaans: *guda- o ‘het vereerde, geëerbiedigde’
- Indo-Europees: *gwhu-tó- [3]
- Verwant in Germaans:
- Verwant in andere Indoeuropese talen:
- Slavisch: Russisch: говеть /govět’/ ‘vasten en ter communie gaan’, (verouderd) ‘eerbiedigen, vereren’ (Oudkerkslavisch: говѣти /gověti/ ‘eerbiedigen, vereren’)
- Romaans: Latijn: favēo ‘begunstigen’ [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | god | goden |
verkleinwoord | godje | godjes |
de god m
- (religie) hypothetisch bovennatuurlijk wezen dat verantwoordelijk wordt geacht voor (bepaalde aspecten van) de werkelijkheid
- De god van de zee, de god van de oorlog.
- Waren de goden kosmonauten?
- versterkend voorvoegsel (krachtterm) heel erg, gebruikt als linkerdeel van samengestelde bijvoeglijke naamwoorden als versterker van het rechterdeel; in feite samengesteld met God, maar geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.S
- Ze zitten de godganse dag achter de computer.
|
1. hypothetisch bovennatuurlijk wezen dat verantwoordelijk wordt geacht...
|
|
- Het woord god staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "god" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "god" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ god op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Guus Kroonen. 2013. Etymological Dictionary of Proto-Germanic. Leiden - Boston: Brill Publishers: p. 193-4.
- ↑ Peter Schrijver. 1991. The reflexes of the PIE laryngeals in Latin. Amsterdam - Atlanta: Rodopi: p. 441-2.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- god
- [A] van Protogermaans *gudą, via Proto-West-Germaans *god
- [B] van Protogermaans *gōdaz, via Proto-West-Germaans *gōd
- god
Naar frequentie | 136 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | god | bedre | bedst |
o enkelvoud | godt | |||
meervoud | gode | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
gode | bedre | bedste |
- god
- [A] van Angelsaksisch god
- [B] van Angelsaksisch god / gōd
- god
god
- goed
- «Er det noen som har forslag til en god kake?»
- Heeft iemand een suggestie voor een goede taart?
- «Er det noen som har forslag til en god kake?»
«Fotballjentene, håndballjentene, skigutta og Oslo-filharmonikerne. De hevder seg i verdenstoppen. På samme måte skal vi vise at norsk næringsliv klarer seg internasjonalt. Trenger vi kanskje et nytt slagord? Det er typisk norsk å være god.»[1]
De voetbalmeiden, de handbalmeiden, de skijongens en het Oslo Philharmonisch Orkest. Ze beweren aan de wereldtop te staan. Op dezelfde manier moeten we laten zien dat het Noorse bedrijfsleven en de industrie het internationaal goed doen. Hebben we misschien een nieuwe slogan nodig? Het is typisch Noors om goed te zijn
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | god | bedre | best |
o enkelvoud | godt | |||
meervoud | gode | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
gode | bedre | beste |
- i god tid
op tijd
- godt nyttår / godt nytt år
Gelukkig Nieuwjaar!
- vær så god
alsjeblieft / dankjewel
- ↑
Weblink bron
Noors premier Gro Harlem Brundtlands“Nyttårstale (Nieuwjaarstoespraak)” (1 januari 1992)
- god
god
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | god | betre | best |
o enkelvoud | godt | |||
meervoud | gode | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
gode | betre | beste |
- i god tid
op tijd
- godt nyttår / godt nytt år / godt nyår
Gelukkig Nieuwjaar!
- ver så god
alsjeblieft / dankjewel
- god
- [A] van Protogermaanse *gudą, via Proto-West-Germaanse *god
- [B] van Protogermaanse *gōdaz, via Proto-West-Germaanse *gōd
[B] god
- god
- [A] van Protogermaans *gudą, via Proto-West-Germaans *god
- [B] van Protogermaans *gōdaz, via Proto-West-Germaans *gōd