• gods·be·sef
enkelvoud meervoud
naamwoord godsbesef -
verkleinwoord - -

het godsbesefo

  1. (religie) besef van het bestaan dan wel de aanwezigheid van een god
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be