eros
- eros
- uit het Grieks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eros | |
verkleinwoord |
de eros m
- het verlangen naar lichamelijke liefde
- Als geen andere kunstredacteur wist Steinz hoge en lage cultuur met elkaar te verenigen. Van begin af schreef hij vooral over literatuur en popmuziek, zijn twee grote interesses die hij al had samengebracht in zijn scriptie over de teksten van Randy Newman, waarmee hij in 1986 was afgestudeerd in de Engelse taal- en letterkunde. Zo verbond hij in 1992 in ‘Door eros tot Jezus’ het werk van Prince op een vanzelfsprekende manier met de literaire verbeelding van ‘the expectation of the apocalypse’ door grote Amerikaanse schrijvers als Edgar Allan Poe en Herman Melville.[1]
- Het piepkleine poëzie-wereldje is van vriendendiensten vergeven. Voor de debuutbundel Afvaart (1931) van de dorpsschoolmeester Gerrit Achterberg, leverde vriend Roel Houwink een voorwoord: 'God, daemon en eros liggen er nog onder denzelfden moederlijken mantel toegedekt', en: 'hij is niet meer dan een instrument, waarop God het behaagd heeft een pastorale te spelen, de laatste wellicht die Hij ons, ge-asphalteerde Westerlingen ten gehoore geven wil.' [2]
- Het woord eros staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eros" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Bernard Hulsman 30 augustus 2016
- ↑ Volkskrant Arjan Peters 9 juli 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be