godsvermogen
- Geluid: godsvermogen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɡɔtsfərˌmoɣə(n) / (4 lettergrepen)
- gods·ver·mo·gen
- intensiverende samenstelling van god zn en vermogen zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godsvermogen | godsvermogens |
verkleinwoord | - | - |
het godsvermogen o
- (financieel) enorm kapitaal aan geld
- ▸ Potanin, ondanks westerse sancties nog altijd goed voor ruim 15 miljard euro, vreest voor zijn godsvermogen in Rusland.[1]
- een godsvermogen kostenheel duur zijn
- Het woord godsvermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Hubert Smeets“De materiële kant van Poetins oorlog: maffioos contra westers kapitalisme” (26 januari 2023) op nrc.nl