gode
- go·de
Naar frequentie | 282 |
---|
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van god
gode, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van god
- go·de
Naar frequentie | 350 |
---|
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van god
gode, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van god
- go·de
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van god
gode, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van god