godslastering
- gods·las·te·ring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godslastering | godslasteringen |
verkleinwoord | - | - |
de godslastering v
- (religie) belediging of bespotting van God/een godheid
- Hij werd aangeklaagd wegens godslastering.
- (figuurlijk)vloek[1]
- (figuurlijk) zware zonde
- Het is niet geoorloofd geweld te gebruiken tegen je ouders, maar het is een godslastering om geweld te gebruiken tegen de gemeenschap.[2]
- [1] blasfemie
1. belediging of bespotting van God/een godheid
- Het woord godslastering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "godslastering" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.