• blas·fe·mie
enkelvoud meervoud
naamwoord blasfemie blasfemieën
verkleinwoord blasfemietje blasfemietjes

de blasfemiev

  1. (religie) een uiting die als belastering van de godheid gezien wordt
    • Moslims beschouwen het maken van een spotprent met de profeet erin als blasfemie. 
82 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
naamwoord blasfemie -

blasfemie

  1. blasfemie


blasfemie mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord blasfemia


blasfemie v

  1. blasfemie