Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gods·las·ter·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen godslasterlijk godslasterlijker godslasterlijkst
verbogen godslasterlijke godslasterlijkere godslasterlijkste
partitief godslasterlijks godslasterlijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

godslasterlijk

  1. lasterlijk ten opzichte van God
    • Hij is erg teleurgesteld door jouw godslasterlijke opmerkingen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be