godenspijs
- Geluid: godenspijs (hulp, bestand)
- go·den·spijs
- samenstelling van god en spijs met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godenspijs | godenspijzen |
verkleinwoord | - | - |
- (voeding) (mythologie) de spijs van de Olympische goden, ambrozijn
- (voeding) overheerlijk eten
- (plantkunde) (voeding) Amanita caesarea eetbare paddenstoel met de andere namen: ambrosia, eierzwam, keizeramaniet, keizersamaniet
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord godenspijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.