ambrozijn
- am·bro·zijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambrozijn | - |
verkleinwoord | - | - |
het ambrozijn o
- (voeding) (mythologie) godenspijs
- ▸ - Nektar en ambrozijn - Tarte à la crème 'Zelden ziet men zulke diepzinnige gezichten als bij de bestudering van de spijskaart'[3]
- Het woord ambrozijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ambrozijn" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ ambrozijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Thomas Eyskens“Er is niets te zien en dat moet je zien” (2014), De Arbeiderspers , ISBN 9789029593380
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be