• over·heer·lijk

overheerlijk

  1. heel erg lekker om te eten of te drinken
    • De vrouw vond dat haar man een overheerlijke maaltijd had gemaakt. 
    • Na de maaltijd kregen we ook nog een overheerlijk dessert. 
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]