Varkens
  • var·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord varken varkens
verkleinwoord varkentje varkentjes

het varkeno

  1. (veeteelt) (evenhoevigen) tam zwijn, gehouden voor zijn vet en vlees behorend tot de familie Suidae  
    • Het varken behoort tot het geslacht Sus. 
  2. (scheldwoord) iemand die zich ongemanierd, smerig of lui gedraagt
    • Jij lelijk varken! 
  3. (financieel) spaarpot in de vorm van 1)
  4. (astrologie) (vaak geschreven met hoofdletter) twaalfde dier in de twaalfjarige cyclus van de Chinese dierenriem
  • Als een tang op een varken passen/slaan
Helemaal niet kloppen
  • Zo dom als het achtereind van een varken
Heel dom
  • Het varkentje (wel even) wassen
Een probleem aanpakken
  • De een scheert schapen, de ander varkens
Het is ongelijk verdeeld
  • Het varken is door de buik gestoken
Het probleem is op krachtdadige wijze verholpen/ Het is doorgestoken kaart, van te voren opgezet spel
  • Veel varkens maken de spoeling dun
Als iets met velen wordt gedeeld, blijft er voor elk afzonderlijk weinig over
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.


enkelvoud meervoud
naamwoord varken varkens
verkleinwoord

varken

  1. (evenhoevigen) (veeteelt) varken


enkelvoud meervoud
nominatief varken varkene[1]
genitief varken varkene
datief varkene varkenen
accusatief varken varkene

varken o [2] [3]

  1. (evenhoevigen) varken
    «Beerte die nauwe seyde daer op dattet waer geuiel van haer dochter die si huwede aenden verken sweender si moeste hem wisen hoe si doen souden ende haer eerste kint is puyr sot»[4]
    Beerte de nauwe zei daarop dat het waar gebeurd was met haar dochter die zij uitgehuwelijkt had aan dat varken van een zwijn, dat zij ze moest laten zien hoe ze het doen moesten en dat hun eerste kind compleet gek was.
  2. (dysfemisme)? schapenvel verkregen van de stapel in Calais
  • varkijn, varkin, verken, verreken, veerken, verke
  • in Holland is de stam gewoonlijk var-, in Limburg ver-.
  1. late bronnen hebben soms een meervoud in -s.
  2. Middelnederlandsch Woordenboek
  3. Vroegmiddelnederlands Woordenboek
  4.   Weblink bron “Die euangelien vanden Spinrocke”


enkelvoud meervoud
naamwoord varken varkens
verkleinwoord

varken

  1. (evenhoevigen) (veeteelt) varken


varken

  1. (evenhoevigen) (veeteelt) varken