Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • var·kens·stront
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord varkensstront
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de varkensstrontm

  1. ontlasting van een varken
     `Heeft je moeder dan soms verstand van wassen?'Hij bracht zijn scherpe gezicht vlak voor het mijne. 'Je stinkt naar varkensstront.'[2]
     De toenmalige uitgever van Nieuwe Revu, VNU, was één keer eerder doelwit. ,,Er is ooit een keer varkensstront naar binnen gekiept door Hells Angels. Maar dat was in de jaren 90", aldus de medewerkster.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  3.   Weblink bron
    Simone van Zwienen
    “Aanhouding voor beschieten pand uitgever Panorama met antitankwapen” (22-06-2018), Tubantia