• gris
vervoeging van
grissen

gris

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grissen
    • Ik gris. 
  2. gebiedende wijs van grissen
    • Gris! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grissen
    • Gris je? 


enkelvoud meervoud
gris grisos

gris m

  1. (kleur) grijs

gris

  1. (kleur) grijs


  • Uit het Oudfrankisch *grīs “grijs”, verwant aan Nederlands grijs. [1]
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   gris gris
  vrouwelijk   grise grises

gris

  1. grijs
  2. (meteorologie) grijs, bewolkt
  3. (figuurlijk) beschonken

gris m

  1. (kleur) de kleur grijs
  2. (oenologie) een type rosé wijn, vin gris
  3. (spreektaal) Maghrebijn [2]


 
En gris.
Een varken.
  • gris
  • [A] Afkomstig van het Oudnoorse woord gríss
  • [B] Afkomstig van het Franse woord graisse
Naar frequentie 2509
m
[A] + [B]
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gris     grisen     griser     grisene  
genitief   gris'     grisens     grisers     grisenes  

[A] gris, m

  1. (evenhoevigen) (veeteelt) varken, Sus scrofa domesticus  
  2. (scheldwoord), (figuurlijk) zwijn

[B] gris, m

  1. vet


  • gris
  • [A] Afkomstig van het Oudnoorse woord gríss
  • [B] Afkomstig van het Franse woord graisse
[A] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gris     grisen     griser
grisar  
  grisene
grisane  

[A] gris, m

  1. (evenhoevigen) (veeteelt) varken, Sus scrofa domesticus  
  2. (scheldwoord), (figuurlijk) zwijn
[B] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gris     grisen     grisar     grisane  

[B] gris m

  1. vet


  • gris
enkelvoud meervoud
gris grises

gris m

  1. (kleur) grijs
  enkelvoud meervoud
mannelijk gris grises
vrouwelijk gris grises

gris

  1. (kleur) grijs


  • gris
Naar frequentie 2791
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gris     grisen     grisar     grisarna  
genitief   gris     grisens     grisars     grisarnas  

gris

  1. (evenhoevigen) (veeteelt) varken, Sus scrofa domesticus  
  2. (scheldwoord), (figuurlijk) zwijn

gris

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van gris