vleesvarken
  • vlees·var·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord vleesvarken vleesvarkens
verkleinwoord

het vleesvarkeno

  1. (veeteelt) varken dat men houdt voor de vleesproductie
     Regelmatig duiken er schokkende beelden op van misstanden in slachthuizen. In deze video zie je het leven en de dood van een vleesvarken wanneer de regels wel worden nageleefd.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Het leven en de dood van een vleesvarken” (Donderdag 12 juli 2018, 06:55), NOS