varkensschnitzel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: varkensschnitzel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑrkənˌʃnitsəl / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- var·kens·schnit·zel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | varkensschnitzel | varkensschnitzels |
verkleinwoord | varkensschnitzeltje | varkensschnitzeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de varkensschnitzel m
- (voeding) gepaneerd, plat stuk varkensvlees
- ▸ Ivar diende het eten op, samen met Linda. Varkensschnitzel, couscous en bloemkool. Een wonderlijke combinatie.[1]
- ▸ Niet alleen de prijzen van apfelstrüdels rijzen de pan uit. Schnitzels zijn dit jaar zelfs gemiddeld 10 procent duurder geworden. Termeer: „Nu zit er in schnitzels wel een behoorlijk kwaliteitsverschil; bij het ene restaurant krijg je een kalfsschnitzel, terwijl je ergens anders een goedkopere varkensschnitzel geserveerd krijgt”. Echter, de gemiddelde prijs voor een schnitzel op de piste is deze winter 14,48 euro. Vorig winterseizoen was dit nog 13,18 euro.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord varkensschnitzel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
- ↑ Weblink bron Sanne Riepema“Een apfelstrudel in Tirol? Dat is dan 8 euro 50 alsjeblieft” (11-01-2017), Tubantia