spaarpot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spaar·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spaar ww en pot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spaarpot | spaarpotten |
verkleinwoord | spaarpotje | spaarpotjes |
Zelfstandig naamwoord
de spaarpot m
- afgesloten voorwerp waarin contant geld opgespaard wordt
- Mijn spaarpot zit vol.
- (figuurlijk) financiële reserve
- Zij heeft gelukkig nog een spaarpotje om de nieuwe wasmachine te kunnen kopen.
Hyponiemen
Vertalingen
1. afgesloten voorwerp waarin contant geld opgespaard wordt
2. (figuurlijk) financiële reserve
Gangbaarheid
- Het woord spaarpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spaarpot" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be