zeevarken
- zee·var·ken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeevarken | zeevarkens |
verkleinwoord | zeevarkentje | zeevarkentjes |
het zeevarken o
- (walvisachtigen) bepaald soort kleine tandwalvis, Phocoena phocoena , die algemeen in de Noordzee voorkomt
- (straalvinnigen) bepaald soort baarsachtige zeevis, Capros aper , die zelden in Nederland aanspoelt
- (kraakbeenvissen) bepaald soort haai, Oxynotus centrina uit de doornhaaiachtigen, die langs de Atlantische kusten voorkomt
- [1]: bruinvis
- [2]: evervis
- [3]: strijkijzerruwhaai, grootvindoornhaai
- Het woord 'zeevarken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.