speenvarken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speenvarken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- speen·var·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘jong varken’ voor het eerst aangetroffen in 1253 [1]
- samenstelling van speen en varken [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speenvarken | speenvarkens |
verkleinwoord | speenvarkentje | speenvarkentjes |
Zelfstandig naamwoord
het speenvarken o
- (evenhoevigen) een big dat nog gezoogd wordt
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Gillen (krijsen, schreeuwen, ....) als een [mager] speenvarken
Luid tekeergaan (meestal uit machteloze frustratie over iets)
Vertalingen
1. een big dat nog gezoogd wordt
Gangbaarheid
- Het woord speenvarken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speenvarken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "speenvarken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ speenvarken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be