• as·tro·lo·gie
enkelvoud meervoud
naamwoord astrologie -
verkleinwoord - -

deastrologiev

  1. (astrologie) de leer die gebeurtenissen aan het hemelgewelf in verband brengt met gebeurtenissen op aarde
    • Hij volgt een studie over astrologie, zijn grootste hobby. 
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]