pad
- [A, B, C] amfibie; smalle weg; bevestigingspunt
- [D] kussentje; computer
- pad
- In de betekenis van ‘weg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
- [A] van Middelnederlands padde [2]
- [B] van Middelnederlands pat en Oudnederlands path [3]
- [C] via Engels pad "stootkussen" van Frans patte "poot" [4]
- [D 1] in het Nederlands de verkorte vorm van koffiepad, samenstelling van koffie en het Engels pad, in de betekenis "stootkussen";
- [D 2] in het Nederlands de verkorte vorm van iPad, deels afgeleid van het Engels pad, in de betekenis "schrijfblok",
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pad | padden |
verkleinwoord | padje | padjes |
[A] pad v
- (kikkers) Bufonidae kikker met een gedrongen lichaamsbouw en ruwe huid die een orgaan van Bidder bezit
- (kikkers) Bombinatoridae en Pelobatidae vuurbuik- en knoflookpadden die veel op [1] lijken
- Afrikaanse boompadden
- Amerikaanse pad
- Aziatische boompad
- beekpadden
- bonte klompvoetkikker
- Boulengers klompvoetkikker
- coloradopad
- eikpad
- Filipijnse padden
- gewone pad
- groene pad
- harlekijnkikker
- keelpad
- klompvoetkikkers
- kruisklompvoetkikker
- levendbarende pad
- levendbarende padden
- noordelijke pad
- onechte pad
- paarse klompvoetkikker
- prairiepad
- reuzenpad
- rode pad
- rugstreeppad
- schorre pad
- westelijke levendbarende pad
- zuidelijke pad
- zwarte pad +
- [2] Amerikaanse knoflookpadden, knoflookpadden, Mexicaanse gravende padden, schijnpadden, vroedmeesterpadden, vuurbuikpadden
- [2] Andalusische vroedmeesterpad, balearenpad, beekpad, corroboreeschijnpad, Chinese vuurbuikpad, geelbuikvuurpad, Iberische vroedmeesterpad, knoflookpad, Mexicaanse gravende pad, reuzenvuurbuikpad, roodbuikvuurpad, schijnpad, Spaanse knoflookpad, Syrische knoflookpad, tikkende pad, vroedmeesterpad, vuurbuikpad, westelijke woelpad, zadelpad, zuidelijke woelpad
- paddenbloem, paddengif, paddengift, paddenpoel, paddensteen, paddenstoel, paddentrek, paddentunnel, paddenvergif, padhagedis
1. een kikker met een gedrongen lichaamsbouw en ruwe huid die een orgaan van Bidder bezit
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | pad | paden |
verkleinwoord | paadje | paadjes |
[B] pad o
- (verkeer) een smalle weg of voetweg
- (figuurlijk) weg of traject in algemene zin, de manier waarop iets bereikt of verwezenlijkt wordt of zou kunnen worden
- Het pad naar perfectie.
- ▸ Op Utrecht Centraal is het ongewoon rustig tijdens de ochtendspits deze vrijdag. Veel mensen geven gehoor aan de oproep zoveel mogelijk thuis te blijven vanwege het coronavirus, maar niet iedereen. Wie zijn de mensen die toch op pad gaan en waarom?[6]
|
- [1] padvinder, padvindster
- [2] padafhankelijkheid, padintegraal
1. een smalle weg of voetweg
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
[C] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | pad | padden |
verkleinwoord | padje | padjes |
- (techniek) deel van een fietsframe, aan het uiteinde van de voor- of achtervork, waaraan de wielas wordt bevestigd
- (techniek) een bevestigingspunt aan een wagenas waaraan de (schokbreker van de) koets of laadbak wordt bevestigd
- [1] pat, uitvaleinde
- [2] padbreedte, padmaat
1. deel van een fietsframe
2. onderdeel van een wagenas
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
[D] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | pad | pads |
verkleinwoord | padje | padjes |
[D] pad m
- koffiepad, een klein kussentje gevuld met gemalen koffie waarmee met in een daarvoor geschikt koffiezetapparaat een kleine hoeveelheid koffie kan zetten.
- De pads van dit merk koffie passen niet in elk koffiezetapparaat.
- (elektronica) een platte computer die vrijwel alleen bestaat uit een aanraakbaar beeldscherm
- Op een pad kun je tekst invoeren via een toetsenbord dat op het beeldscherm wordt getoond.
- [2] tablet
- [2] computer
- Het woord pad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pad" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ "pad" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pad op website: Etymologiebank.nl
- ↑ pad op website: Etymologiebank.nl
- ↑ pad op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 5,0 5,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Charlotte Huisman“Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pad | paaie |
pad
- weg
- «Temperature herstel van vandag af en die son steek sy kop uit, het die weerdiens gister gesê ná ’n naweek van chaos op die paaie.»
- Temperaturen herstellen zich vanaf vandaag en de zon laat zich zien, zei de weerdienst gisteren na een weekeinde van chaos op de wegen.
- «Temperature herstel van vandag af en die son steek sy kop uit, het die weerdiens gister gesê ná ’n naweek van chaos op die paaie.»
enkelvoud | meervoud |
---|---|
pad | pads |
pad
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to pad |
he/she/it | pads |
verleden tijd | padded |
voltooid deelwoord |
padded |
onvoltooid deelwoord |
padding |
gebiedende wijs | pad |
pad