Nederlands

 
1. soort kikker, bruin met een felgele zwartgevlekte buik
Uitspraak
Woordafbreking
  • geel·buik·vuur·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geelbuikvuurpad geelbuikvuurpadden
verkleinwoord geelbuikvuurpadje geelbuikvuurpadjes

Zelfstandig naamwoord

de geelbuikvuurpadv / m

  1. (kikkers) soort kikker, bruin met een felgele zwartgevlekte buik Bombina variegata  , die voorkomt in Europa
    • In Duitsland vinden ze de geelbuikvuurpad ook bijzonder. Maar geelbuikvuurpadden zijn nogal kieskeurige kikkers. Ze willen alleen eitjes leggen in ondiepe plassen water. [1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen