rugstreeppad
- (IPA in voorbereiding)
- rug·streep·pad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rugstreeppad | rugstreeppadden |
verkleinwoord | rugstreeppadje | rugstreeppadjes |
- (kikkers) Epidalea calamita een middelgrote soort die vaak te herkennen is aan een geelachtige lengtestreep op het midden van de rug. De pad komt voor in grote delen van Europa en kan ook worden gevonden in België en Nederland in zanderige streken
- Afrikaanse boompadden
- Amerikaanse pad
- Aziatische boompad
- beekpadden
- bonte klompvoetkikker
- Boulengers klompvoetkikker
- coloradopad
- eikpad
- Filipijnse padden
- gewone pad
- groene pad
- harlekijnkikker
- keelpad
- klompvoetkikkers
- kruisklompvoetkikker
- levendbarende pad
- levendbarende padden
- noordelijke pad
- onechte pad
- paarse klompvoetkikker
- prairiepad
- reuzenpad
- rode pad
- schorre pad
- westelijke levendbarende pad
- zuidelijke pad
- zwarte pad +
- Het woord rugstreeppad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.