Filipijnse padden
- (IPA in voorbereiding)
- Fi·li·pijn·se pad·den
- verbinding van Filipijnse en padden
- Filipijnse pad zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Filipijnse padden | |
verkleinwoord |
de Filipijnse padden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord Filipijnse pad
- meervoudsvorm als officiële benaming (kikkers) Pelophryne een geslacht van kikkers uit de familie padden (Bufonidae). De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Thomas Barbour in 1938
- [2] padden, kikkers, amfibieën, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Afrikaanse boompadden
- Amerikaanse pad
- Aziatische boompad
- beekpadden
- bonte klompvoetkikker
- Boulengers klompvoetkikker
- coloradopad
- eikpad
- gewone pad
- groene pad
- harlekijnkikker
- keelpad
- klompvoetkikkers
- kruisklompvoetkikker
- levendbarende pad
- levendbarende padden
- noordelijke pad
- onechte pad
- paarse klompvoetkikker
- prairiepad
- reuzenpad
- rode pad
- rugstreeppad
- schorre pad
- westelijke levendbarende pad
- zuidelijke pad
- zwarte pad +
- Het woord 'Filipijnse padden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.