draven
- dra·ven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
draven |
draafde |
gedraafd |
zwak -d | volledig |
draven onovergankelijk [3]
- (van paarden) in draf gaan
- Ratelend kwam een boerenwagen beladen met melkbussen aanrijden, een stevig dravende hit ervoor. [4]
- hard lopen
- Ben goede vrienden met de dorpshonden.. Ze draven achter mij aan als ratten of rotjongens achter de Rattenvanger van Hamelen. De inboorlingen beantwoorden mijn 'Goede morgen' en `Goede middag' — ik sta nu bekend als de vaste gast op het kasteel. [5]
- aandraven, afdraven, doordraven, harddraven, opdraven, overdraven, ronddraven, uitdraven, verdraven, voortdraven
1. van paarden
- Het woord draven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "draven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "draven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ draven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ A.L. SnijdersDe mooiste korte verhalen 2015 ISBN 978-90-5965-306-1 pagina 30
- ↑ Mitchell, DavidWolkenatlas vertaald door Aad van der Mijn 2005 ISBN 9021474840 pagina 68
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be