Uitgestrekte draf
draf filmpje
  • draf
  • In de betekenis van ‘afval na bierbrouwen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1101 [1]
  • In de betekenis van ‘gang van een paard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord draf
verkleinwoord drafje drafjes

de drafm

  1. (paardrijden) gang van paard, en andere viervoeters, sneller dan de stap maar langzamer dan de galop
    • Na twee ronden in draf liet zij haar paard overgaan op de stap. 
  2. looppas
    • Hij liep in draf naar huis om zijn mooie rapport te laten zien. 
  3. (oenologie)overblijfsel van druiven na het persen
    • Schenk alsjeblieft klare wijn zonder draf. 
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]


stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
draf
gedraf
volledig

draf

  1. rennen, hardlopen
    «Hy maak vinnig verskoning oor sy naaktheid en draf gou na sy klere.»
    Hij excuseert zich snel voor zijn naaktheid en rent snel naar zijn kleren.