Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gan·gen

Zelfstandig naamwoord

de gangenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gang


Deens

Woordafbreking
  • gan·gen
Naar frequentie 11872

Zelfstandig naamwoord

gangen

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van gang


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • gan·gen
Naar frequentie 544

Zelfstandig naamwoord

gangen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gang
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • gan·gen

Zelfstandig naamwoord

gangen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gang