gangen
- gan·gen
de gangen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gang
- Het woord gangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- gan·gen
Naar frequentie | 11872 |
---|
gangen
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van gang
- gan·gen
Naar frequentie | 544 |
---|
gangen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gang
- gan·gen
gangen
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gang