gangpad
- Geluid: gangpad (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑŋpɑt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχɑŋ.pɑt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣɑŋ.pɑt/
- (Limburg): /ˈɣɑŋ(g).pɑd/
- gang·pad
- samenstelling van gang en pad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gangpad | gangpaden |
verkleinwoord | gangpaadje | gangpaadjes |
het gangpad o
- een pad voor wandelaars, voetpad
- een pad tussen rijen stoelen
1. een pad voor wandelaars, voetpad
- Het woord gangpad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gangpad" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be