tegelpad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·gel·pad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tegel en pad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegelpad | tegelpaden |
verkleinwoord | tegelpaadje | tegelpaadjes |
Zelfstandig naamwoord
het tegelpad o
- een pad dat met tegels bestraat is
- De jongen viel op het tegelpad waardoor hij zijn been schaafde.
Gangbaarheid
- Het woord tegelpad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegelpad" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be