Nederlands

 
verkeersbord dat een ruiterpad aangeeft
Uitspraak
Woordafbreking
  • rui·ter·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ruiterpad ruiterpaden
verkleinwoord ruiterpaadje ruiterpaadjes

Zelfstandig naamwoord

het ruiterpado [1]

  1. zandpad voor paardrijders dat meestal door een natuurgebied loopt
    • Kalmthoutse Heide weer gedeeltelijk open: Aan de noordkant werd parking Noord aan de Verbindingsstraat weer opengesteld. Daarmee kan het volledig intact gebleven wandelpad 'Ree' en het noordelijke deel van het ruiterpad opnieuw gebruikt worden. [2] 
    • Herman Rouwenhorst, fervent natuurfotograaf uit het belendende Epe, zag de wolf woensdagmorgen naar eigen zeggen op nog geen honderd meter afstand. ,,Midden op het ruiterpad. Ken je de film Dances with Wolves? Daar komen man en wolf elkaar opeens tegen en ze blijven stokstijf staan. Hier gebeurde dat ook. De wolf keek me een tijdje aan, draaide zich daarna om en liep op z'n dooie gemakje weg. Kippenvel". [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 06/06/2011 door gma
  3. Tubantia Jelle Boonstra 21-oktober-2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be