tuinpad

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tuinpad    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tuin·pad

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tuin  en  pad 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tuinpad	tuinpaden
verkleinwoord	tuinpaadje	tuinpaadjes

Zelfstandig naamwoord

het tuinpad o

1. Een al of niet verharde smalle weg in een tuin.

Gangbaarheid

• Het woord tuinpad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tuinpad" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.