[1] Een kopje koffie
 
[3] Coffea arabica
  • kof·fie
  • Via het Italiaanse caffè en het Turkse kahve van het Arabische قهوة.[1] In de betekenis van ‘drank bereid uit koffiebonen’ voor het eerst aangetroffen in 1640 [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord koffie koffies
verkleinwoord koffietje koffietjes

de koffiem

  1. (drinken) een meestal warm genuttigde drank die bereid wordt door heet water over gemalen en gebrande koffiebonen te gieten
    • "Vijf koppen koffie per dag is goed voor het hart" [3] 
    • Koffie helpt de groei van tumoren onderdrukken [4] 
    • De ideale temperatuur om koffie te zetten is 93 graden.[5] 
  2. gemalen gebrande koffiebonen waarmee de onder [1] genoemde drank wordt bereid
    • Grof gemalen koffie 
  3. (plantkunde) Coffea arabica   Coffea   heester waaraan koffiebonen groeien, koffieplant
    • Deze koffie groeit in de uitlopers van de Andes.[6] 

koffie

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[7]


koffie

  1. (drinken) koffie


koffie

  1. (drinken) koffie


koffie

  1. (drinken) koffie


koffie

  1. (drinken) koffie


koffie

  1. (drinken) koffie


koffie

  1. (drinken) koffie


koffie

  1. (drinken) koffie