boerenkoffie
- boe·ren·kof·fie
- samenstelling van boer en koffie met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenkoffie | boerenkoffies |
verkleinwoord | - | - |
de boerenkoffie m
- (drinken) koffie met kaneel en suiker waaraan ook vaak eierdooiers, bloem, nootmuskaat, boter, bier en berenburg wordt toegevoegd
- ▸ Een geliefkoosde winterdrank der landlieden was vroeger, toen men in Friesland nog vele bierbrouwerien had, de boerenkoffie, die bereid werd uit bier en brandewijn met nootmuskaat en suiker, en heet werd gedronken. Lag er mooi ijs op het water, dan kon men in alle "ijsherbergen" boerenkoffie bekomen.[1]
- Het woord boerenkoffie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron H. Blink“Van Eems tot Schelde”, Universiteit Amsterdam (tussen 1902-1906), Van Holkema & Warendorf , p. 316