koffiekamer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koffiekamer (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkɔ.fi.ˌka.mər/
Woordafbreking
- kof·fie·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- Voor het eerst aangetroffen in 1710, zie vindplaats hieronder.
- samenstelling van koffie en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koffiekamer | koffiekamers |
verkleinwoord | koffiekamertje | koffiekamertjes |
Zelfstandig naamwoord
- zaal, vertrek waar men wat kan drinken, eten en vooral NIET mag roken
- ▸ Na dat ik nu des anderendaegs ordre op myn Winkel of Koffy-kamer gesteld had, begaf ik my al wederom naer myn Christijntje, die veel beeter was dan ’s daegs te vooren.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord koffiekamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron J. Olivier“D'ongelukkige Napolitaen, of zeldzaem levensbedryf van Rozelli” (1710), Jakob van Poolsum, p. 425. op delpher.nl